Een sociale huurwoning is een huurwoning waarvan de (aanvangs)huurprijs onder een door de overheid vastgestelde grens ligt. In 2025 bedraagt deze grens €900,07 en deze wordt jaarlijks geïndexeerd. Woonruimte onder die grens valt in het gereguleerde segment: de huurprijzen en huurverhogingen zijn aan wettelijke regels gebonden.
2019
2020
€ 737,14 per maand
2021
2022
€ 763,47 per maand
2023
2024
€ 879,66 per maand
Boven de genoemde huurbedragen, is er sprake van Middenhuur.
Sociale huurwoningen zijn vooral bedoeld voor mensen met een lager of middeninkomen, die vaak geen toegang hebben tot koopwoningen of vrije sectorhuur.
Sociale huurwoningen worden grotendeels beheerd door woningcorporaties, maatschappelijke organisaties die zonder winstoogmerk betaalbare huisvesting aanbieden, naast enkele particuliere sociale huur initiatieven in Nederland.
De oorsprong van sociale huurwoningen gaat terug naar het einde van de 19e eeuw. In de industriële steden ontstonden destijds veel slechte woonomstandigheden: krotten, armoede en gezondheidsproblemen. Dit leidde in 1901 tot de Woningwet, een mijlpaal in de volkshuisvesting. Deze wet stelde eisen aan de kwaliteit van woningen en gaf woningbouwverenigingen de mogelijkheid om met steun van de overheid betaalbare woningen te bouwen.
In de decennia daarna groeide het aantal woningcorporaties. Na de Tweede Wereldoorlog lag de focus op grootschalige woningbouw, vaak in de vorm van wijken met flats en portiekwoningen. In de jaren ’70 en ’80 kwam er meer aandacht voor leefbaarheid en kleinschaliger bouwen.
Vanaf de jaren ’90 kregen corporaties meer zelfstandigheid: ze moesten hun eigen financiën beheren en minder direct rekenen op subsidies, maar bleven wel een maatschappelijke taak vervullen. Sinds 2015 is deze taak wettelijk aangescherpt: corporaties moeten zich vooral richten op het verhuren van betaalbare woningen aan mensen met een inkomen tot een bepaalde grens.
Voor huurders betekent een sociale huurwoning vooral betaalbaarheid en bescherming. De huurprijs wordt vastgesteld volgens het woningwaarderingsstelsel (ook wel puntensysteem), dat kijkt naar de grootte, voorzieningen en energieprestatie van de woning. Hierdoor wordt de huur in verhouding gehouden tot de kwaliteit.
Daarnaast hebben huurders recht op huurtoeslag als hun inkomen en huurprijs binnen de daarvoor geldende grenzen vallen. Dit maakt het huren extra betaalbaar, vooral voor lagere inkomensgroepen.
Huurders genieten ook van een sterk juridisch kader. Bij geschillen over de hoogte van de huur of servicekosten kan men terecht bij de Huurcommissie, een onafhankelijke instantie. Ook huurverhogingen zijn aan regels gebonden: corporaties mogen maar een beperkt percentage verhogen, vaak afhankelijk van het inkomen van de huurder.
Verder geldt er een woonzekerheid: huurcontracten zijn in principe voor onbepaalde tijd, waardoor huurders niet zomaar uit hun woning gezet kunnen worden, tenzij er sprake is van bijvoorbeeld wanbetaling of ernstige overlast.
Sociale huurwoningen zijn cruciaal voor de Nederlandse woningmarkt. Ongeveer 30% van alle woningen valt in dit segment, een relatief hoog aandeel vergeleken met andere Europese landen. Dit zorgt ervoor dat brede lagen van de bevolking toegang hebben tot betaalbare huisvesting.
Tegelijkertijd is er schaarste: lange wachtlijsten in stedelijke gebieden zijn gebruikelijk. In sommige steden, zoals Amsterdam of Utrecht, kan de wachttijd meer dan 10 jaar bedragen. Dit maakt het toewijzingsbeleid (passend toewijzen op basis van inkomen en gezinssamenstelling) steeds belangrijker.
Betaalbaar: de huur ligt onder de liberalisatiegrens en is vaak lager dan in de vrije sector.
Huurtoeslag mogelijk: huurders met een laag of middeninkomen kunnen huurtoeslag aanvragen. Meer informatie over huurtoeslag vind u hier.
Woonzekerheid: huurcontracten zijn meestal voor onbepaalde tijd, waardoor je niet zomaar hoeft te verhuizen.
Bescherming door wetgeving: de huurprijs en jaarlijkse verhoging zijn aan strikte regels gebonden.
Lange wachttijden bij corporaties: in stedelijke gebieden kunnen de wachttijden oplopen tot 10 jaar of langer.
Inkomensgrenzen bij corporaties: niet iedereen komt in aanmerking; boven een bepaald inkomen mag je vaak niet reageren. Dit geldt meestal niet voor particuliere sociale huurwoningen
Beperkt aanbod: het woningtype of de locatie kan niet altijd aansluiten bij persoonlijke wensen.
Beperkte flexibiliteit: er zijn strikte regels over medehuurders, onderhuur of woningaanpassing.
Een sociale huurwoning in Nederland is meer dan alleen een betaalbaar dak boven het hoofd. Het is een resultaat van meer dan een eeuw volkshuisvestingsbeleid, gericht op betaalbaarheid, kwaliteit en sociale rechtvaardigheid. Voor huurders betekent het zekerheid, bescherming en toegang tot een betaalbare woningmarkt.
De informatie op deze pagina is met zorg samengesteld. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.